Semantiek en semiotiek (en verkiezingsretoriek)

Communiceren, we doen het allemaal. Argeloos, daardoor soms onnozel, of berekenend, uit op buit.
Het mooist wordt dat steeds weer zichtbaar gemaakt in verkiezingstijd. Alle kandidaten moeten zich profileren, enerzijds om de eigen achterban te binden, anderzijds om zwevende kiezers aan te spreken en over de streep te trekken.
Het levert fantastische beelden op van zelfbenoemde slachtoffers, zelfbewuste ‘geboren winnaars’ en weer anderen die proberen boven de partijen te gaan staan omdat ze daarmee hopen een vluchtheuvel te worden voor kiezers die een veilig heenkomen zoeken.
Zoals vaker – bijna altijd – is er geen sprake van een eerlijke wedstrijd of van een rationeel proces in dit communicatietraject.
Semantisch gezien, welke begrippen hanteren ze, welke beloftes doen ze, waarover spreken ze zich uit, was het behelpen in de recente verkiezingstrijd.
De kandidaten profileerden zich als optimist, als vredestichter, belangenbehartiger van een beperkte doelgroep of als grensbewaker, als boze witte man of nog bozere donkere vrouw.
Natuurlijk, er is veel gesproken, opzwepend of bezwerend, voor de eigen achterban, maar veel belangrijker was het doen en laten van de kandidaten. Lichaamstaal, beeld, semitiek.
Breed lachend de optimist verbeelden, met opgerolde mouwen een star-entree maken in de grootste zalen die dit land heeft, of verongelijkt alle talkshows en praatprogramma’s die er zijn aflopen en dan klagen over gebrek aan aandacht van de media.

Beklijvende informatie

Cabaretier Pieter Derks nam na afloop van de verkiezingen de voormalige regering de maat en concludeerde dat de PvdA door schandalen (Teeven, Van Miltenburg, Van Opstelten, Van der Scheur) electoraat had verloren en door de kiezer was afgestraft. Oh, nee sorry: dat was de VVD en die werd niet of nauwelijks gestraft, want dat lot onderging de PvdA.
Die laatste partij communiceerde namelijk niet of nauwelijks, de lijsttrekker was flets in zijn poging boven de partijen te staan. De PvdA dacht een rationele campagne te kunnen voeren, alle andere partijen wisten wel beter.
Buma was de boze man, Klaver de frisgroene milieupleitbezorger, Pechtold was soms vilein richting PVV, maar speelde vaker de rol van onderwijzer die een rumoerige klas moet beteugelen.
Lichaamstaal, het bleek eens te meer belangrijker dan de verbale taal. Iemand die voortdurend moet worden beveiligd, ontleent alleen daaraan al veel politiek gewicht. In één opslag is duidelijk: daar staat iemand die belangrijk is.
Dat is communicatie en nog wel in toenemende mate ook. Naarmate er meer media dan ooit onze aandacht vragen en de ontlezing groter is dan ooit, wordt communiceren belangrijker en moeilijker omdat het belang van de beeldvorming nog steeds toeneemt.
Semantiek en semiotiek, de leer van begrippen en die van het beeld: het is de vraag welke van de twee de hoofdrol vertolkt. Het zou in elk geval niet erg rationeel zijn het belang van de semiotiek te onderschatten. Plaatjes winnen steeds vaker van de praatjes.

Voorjaar ’17.